Intro
‘Great men are usually first understood when framed by the perspective of years. Something to give them perspective is necessary. The world is far-sighted and always confused by what takes place under its nose.’ – Robert W. Chambers.
Als auteur van enkele ‘levens’ voel ik mij zeer geneigd om de stelling van Robert Chambers te onderschrijven. En ook al verviel ik een enkele keer misschien in het andere uiterste, welde bij het maken van een biografie die dwaze geboortehuis, haarlok- en bezitromantiek in me op, toch hoedde ik mij er altijd voor biografieën in hoogglans af te leveren. Van een hinkstapsprong door anecdotes en citaten, een hagiografie of enig academisch parlando was al evenmin sprake. Neen, als ik ergens prat op mocht gaan, dan wel mijn gave om in een chronologisch overzicht heldere krachtlijnen te definiëren en tot een behoorlijk uitgewerkt perspectief te komen.
Tot vandaag. Het boek dat u nu in handen hebt betreedt immers andere paden. Dit is geen mijlpaal, geen ijkpunt, niet ‘de definitieve biografie’. Hier geen kunstenaarsleven, teruggebracht tot woorden, maar een confrontatie. Denkbeelden. Variaties op een geslaagde, overtuigende evenwichtsoefening tussen humor en tragiek, tussen ambitieuze dromen en pathetische mislukkingen.
Openlijk literaire pretenties heeft dit werk allerminst – het is nederig. Literatuur zonder pretentie. Directe antwoorden geeft het dus evenmin. Dat zijn ten andere al te vaak de verkeerde antwoorden. Een ‘sentimental journey’? Ach, misschien, als u er in slaagt de negatieve connotatie uit te vlakken die sentimentaliteit oproept. Op één of andere manier past de omschrijving wel bij dit kleine verhaal. Tenslotte grijpt het terug op de letterlijke en filosofische ervaringen van zwervende levens en het knagende gevoel dat de schaduwzijde van die levens hun patroon scherper aflijnt dan de lichtzijde. Zorgvuldig registreert het de gevolgen van kleine innerlijke en externe ontploffingen, waarbij details aan een welkome uitvergroting toekomen en het geheel zowaar een meer mensvriendelijk bestaan lijkt te suggereren, wars van ijle romantiek.
Doorheen de vele jaren stelde Leonard Cohen meermaals het schrijven te zien als een levenskeuze. Hier, op deze pagina, belijd ik openlijk eenzelfde overtuiging. Net als Cohen zal ik blijven zoeken, wroeten desnoods, naar die onderwerpen die er voor mij toe doen en waarover ik dus moet berichten. Met af en toe een luchtige toon, natuurlijk, maar zonder ook maar één dag te verworden tot het slag immer vrijblijvend badinerende broodschrijvers-met-een-column dat zo vaak ons netvlies teistert. Een schrikbeeld voor elk auteur die zijn werk, zijn publiek en zijn bestaan ernstig neemt.
If you miss the train I’m on
You will know that I am gone
You can hear the whistle blow a hundred miles
A hundred miles, a hundred miles, a hundred miles, a hundred miles
You can hear the whistle blow a hundred miles
(Hedy West – Jacques Plante)
Marc Hendrickx
Fragment
Hoofdstuk 6 – L’or du temps
Well, you know that I love to live with you
But you make me forget so very much
I forget to pray for the angels
And then the angels forget to pray for us
Leonard Cohen
Duizend jaar geleden, toen Leonard Cohen de bovenstaande woorden schreef, was zijn gevecht nog niet voorbij. De herinneringen aan een kamer die er op zouden volgen, zijn ‘Songs From a Room’, riepen diegene op die er niet langer was. In de schaars gedecoreerde kamers waar ‘there is only one prayer’ wachtte hij de ganse nacht ‘for your step on the stairs’. Het onderlijnt het gezegde dat het goed is te hopen, maar slecht is om op die hoop te rekenen.
De onmogelijkheid van zijn relatie met Marianne Ihlen zat eerder al vervat in de verzen van ‘Flowers for Hitler’. Toen nog met hoop: ‘Slowly I Married Her’. In ‘Parasites of Heaven’ wist Cohen al beter. Hij had het daarin over zijn ‘uncaptured darling’ en de vele nachtmerries waaraan hij maar niet kon ontkomen. Afronden deed hij met het pijnlijk krampachtige besluit ‘I Guess It’s Time To Say Goodbye’. Hij, een Cohen, voorbestemd vanuit de traditie waar hij deel van uitmaakt. Zij, niet alleen een gescheiden vrouw met een kind, maar ook nog een keer een vrouwelijke goj, een niet-joodse. Voor velen onbegrijpelijk dat een relatie om die reden ten onder gaat. Hooguit kan je proberen bij benadering in te schatten wat het betekent om binnen Cohens traditie te zijn geboren en opgegroeid. Hoe zwaar wet en traditie doorwegen. Een oordeel kan moeilijk aan de werkelijkheid en de rijkdom van dat beeld voorbijgaan.
Voor de chassidim is de geest niet belangrijker dan het lichaam, noch andersom. Man en vrouw die bij elkaar komen is een feest, een synthese van ying en yang, van het menselijke en het goddelijke. Een feest dat veelvuldig gevierd mag, zelfs moet worden. Seksualiteit en filosofie zijn complementaire uitingen van “le phénomène humain”. In de talmoed staat hierover aan het einde van de kiddushin ‘Wanneer een man zijn Schepper aanschouwt, zal hij verantwoording moeten afleggen voor die (door God geschonken) geneugten waarvan hij geen gebruik heeft gemaakt. Leonard Cohen: ‘Het idee van een trap vol goud en marmer die leidt naar kennis is zeer verleidelijk. Mij lijkt het beeld dat er eerst iets moet gebroken worden vooraleer we eruit kunnen leren echter meer waarheid te bevatten. Dat is mijn ervaring. Misschien kan je daaraan ontsnappen, maar ik betwijfel het. Tot het hart breekt, begrijpen we niets van de liefde. Zolang het universum niet in elkaar klapt, zullen we nooit inzicht verwerven over de wereld. We denken dat we het mechanisme kennen, maar pas wanneer dat een keer faalt, begrijpen we hoe gecompliceerd en mysterieus het wel is. Maar ‘there is a crack in everything’… Elke menselijke activiteit bevat fouten en is onaf. Daardoor groeit het besef dat er iets in ons zit dat we enkel naar boven kunnen halen dankzij ontgoochelingen, tegenslagen en nederlagen. Jammer, maar dat lijkt het geval te zijn.’
Klinkt de zelfverklaarde ‘tourist of beauty’ redelijk berustend, hij neemt beslist geen afstand van de dynamiek in relaties. Rauwe, vernietigende emoties bevolken gedichten en songs. Obsessies wisselen af met lichtvoetigheid. Afstand met eenheid. Grimmige illusieloosheid met onversneden melancholie. Uit ‘Beautiful Losers’ valt dan weer de conclusie te trekken dat we ons in een wereld vol obscene en brutale emotionaliteit bevinden. Daarin zoeken, wanhopig tasten naar een sprankeltje gratie, is een daad van een welhaast absolute liefde. Het verenigen van lichaam en geest staat centraal. ‘For a blessed second truly I was not alone’. Het thema zal blijven terugkeren in zijn werk. Ondanks al hun streven naar kunstzinnigheid en authenticiteit zijn vrouwen domweg het mooiste wat mannen in hun onvervulbare bestaan kan overkomen. De vrouw is voor Cohen op dat ogenblik in zijn leven onontbeerlijk om hem met zichzelf en de werkelijkheid te verzoenen.
Wat de criticus van Sounds destijds omschreef als ‘mogelijk het mooiste album dat iemand kan bezitten’ miste zijn entrée in huize Hendrickx niet. Deze brok menselijke nood, wanhoop en eenzaamheid vulde dromen in een nieuwe kamer. ‘It seems so long ago, Nancy was alone’. We zijn allemaal schandalig emotioneel, hoe we ons in het openbaar ook voordoen. Nancy, een roodharige schone met de naturel van een wilde bosnimf was voor mij even onbereikbaar als de ongenaakbare Aryan Ice Queen Nico was voor Cohen. Zij kreeg het album, ik de herinnering. Een nieuwe liefde bleek de meest zachte vlucht. De gelegenheid om afstand te nemen van louter zinnelijkheid en zowaar de moederrol in mijn leven te projecteren. Zonder blind te zijn voor wat een wijzer man ooit omschreef als ‘the thistle in the kiss’ was de keuze voor dit tedere engagement bewust en blijvend.
Maar hoezeer ideologische tegenstellingen, geloof en overtuigingen ook wijken voor verliefdheid en seksualiteit, vroeg of laat vindt de liefde zijn eigen bedding en ritme. Op dat punt gekomen ligt het pad opnieuw wijd open voor de andere kernpunten in een mensenleven. De ruïne is dan volop in aanbouw. Natuurlijk neemt niemand afstand van een verlangen tot het goed en wel doorleefd is. Geen vrouw laat haar liefde en betrokkenheid in een relatie afsterven zolang ze de hoop heeft de gang van zaken alsnog naar haar hand te kunnen zetten. Zolang ze compensaties ziet voor alles wat ze als een gemis ervaart binnen haar relatie. Mannen zijn heel wat minder intens bezig met de dagelijkse beleving en invulling van hun leven. Zij nemen voetstoots aan dat hun relatie blijft duren zolang het redelijk goed gaat, zonder veel na te denken over de exacte invulling van het begrip ‘liefde’. Zelden of nooit zien mannen de ‘collateral damage’ die een intieme band oploopt doorheen de jaren. En zoals de wind de bladeren van een boom rukt, neemt de tijd hun geliefde bij hen weg. Het finale einde komt voor hen bijna zonder uitzondering als een donderslag bij heldere hemel. Een niet te voorziene calamiteit waartegen de emotioneel kansloze man zich uit alle macht en tegen beter weten in zal verzetten. Desnoods met een letterlijk uit zijn hart gerukte en in tranen gedrenkte smeekbede.